[rev_slider alias=”arcflash” /]

WAT IS EEN VLAMBOOG?

Een vlamboog – ook wel Arc Flash genoemd – is een ontlading (door de lucht) van hoog- of laagspanningsstroom en dit tussen geleidende delen. Dit risico doet zich vooral voor bij het onderhoud van elektrische installaties. Een vlamboog is vaak het gevolg van een menselijke fout (bvb. laten vallen van gereedschap tussen onder spanning staande delen van een installatie).

WAT IS HET RISICO VAN EEN VLAMBOOG?
De stroom die vrijkomt bij een vlamboog zorgt voor een explosie van een grote hoeveelheid warmte-energie. Het belangrijkste menselijk risico is dan ook het gevaar op zeer ernstige tot zelfs dodelijke brandwonden.

De hitteoverslag kan zeer kortstondig oplopen tot extreem hoge temperaturen (tot 20 000°C). Hierbij is vaak een hogere (extra) bescherming nodig dan enkel de PBM’s (Persoonlijke Beschermings Middelen) die u beschermen tegen het risico van vlammen en hitte.

Naast deze hitte-explosie zijn er ook nog andere risico’s die optreden:

  • Het vrijkomen van giftige koper- en staaldampen (door het smelten van de elektrische installatie)
  • Zware rookvorming met mogelijke longschade tot gevolg
  • Geluidsgolven tot meer dan 140 dB • Drukgolven met rondvliegende splinters van geleiders
  • Ultraviolet / infrarood licht • Andere thermische gevaren ten gevolge van hitteontwikkeling

 

HOE WORDT HET VLAMBOOGGEVAAR BEREKEND?
Vlambooggevaar wordt uitgedrukt als “invallende” energie in cal/cm² en geeft de straling weer die de huid van een werknemer treft als er zich een vlamboog voordoet. Het betreft hier vooral stralingsenergie.

Een minimum van 1,2 cal/cm², gedurende één seconde, wordt bepaald als punt waarop de energie kan leiden tot een tweedegraadsbrandwonde, wat het gevaar is waartegen dient beschermd te worden. Hoe meer calorieën, hoe hoger de invallende energie en dus hoe hoger de bescherming moet zijn.

De bepaling van het aantal cal/cm² wordt echter beïnvloed en bemoeilijkt door verschillende (variabele) factoren:

  • De sterkte van de stroom (voltages): hoog- of laagspanning.
  • De duurtijd van de vlamboog: deze is sterk afhankelijk van de snelheid waarmee de vermogensschakelaar afslaat. Hoe sneller, hoe minder het gevaar.
  • De afstand van de werknemer tot de elektrische installatie: Hoe verder verwijderd, hoe lager het gevaar (reductie factor 4). Ideaal hierbij is dat de werknemer tijdens de activiteiten op een afstand van de schakelkast verwijderd is, zodat deze bij het voorvallen van een vlamboog, GEEN tweedegraadsbrandwonden kan oplopen. Dit wordt ook de “veilige vlambooggrens” genoemd. Wordt er toch gewerkt binnen deze grens, dan zijn de nodige PBM’s noodzakelijk.
  • De maximale kracht van de kortsluitboog (uitgedrukt in kA).

 

HOE ZICH BESCHERMEN TEGEN EEN VLAMBOOG?

Gevarenanalyse: preventie en bewustwording Het is meestal moeilijk om de gevaren van een vlamboog juist te voorspellen en er is een hoog risico op blijvende letsels. Daarom is het belangrijk om een correcte risicoanalyse uit te voeren, waarbij preventie op de eerste plaats komt. Bewustwording van het vlamboogrisico speelt hierbij een essentiële rol en moet leiden tot veiligere werkomstandigheden.

 

Het is van belang dat energieniveaus zoveel mogelijk omlaag worden gehaald. Ook het aanpassen van werkprocedures kan een positieve invloed hebben op de mogelijke risico’s. Deze acties hebben als doel het restrisico van een vlamboog zo laag mogelijk te houden.

 

Om zich te beschermen tegen deze restrisico’s zijn PBM’s de enige mogelijkheid.

 

Persoonlijke beschermingsmiddelen Om de juiste beschermende kleding en andere PBM’s te kiezen, dient tijdens een risicoanalyse de potentiële invallende energie gemeten te worden die kan worden veroorzaakt door een vlamboog, en waaraan een werknemer kan worden blootgesteld. De verdeling van de thermische risico’s over het menselijk lichaam worden als volgt verdeeld (op basis van een ongevallenstatistiek):